Van het filosofische naar het concrete: hoe ziet een traditionele dojo er nu concreet uit? De schikking is niet strikt en door de aard van de beschikbare ruimte kan het zijn dat de ordening afwijkt van het ideaal.
We onderscheiden:
In sommige (doorgaans permanente) dojo's is er een “pronkstuk” aangebracht aan de Shomen zijde, hetgeen Kamidana genoemd wordt. De kamidana kan variëren van een foto van Jigoro Kano (de oprichter van het Judo) tot een set van Katana en Wakizashi (de traditionele wapendracht van de samurai) en is vrij te kiezen. Als de kamidana zich bevindt in een nis, dan heet deze nis de Tokonoma.
Je zal merken dat we bij Judoclub Oni Puurs wat afwijken van de traditionele opzet: de Joseki en Shimoseki zijn samengevoegd ter hoogte van de Shimoza en we beschikken niet over een Kamidana of Tokonoma. Dit is echter niet zo vreemd gezien onze organisatorische beperkingen, dewelke perfect verantwoordbaar zijn ten aanzien van de traditie.
Hoewel het woord Dojo doorgaans geïnterpreteerd wordt als “judo-oefenruimte” betekent het letterlijk “Plaats van de Weg”, een ruimte waarin het Judo (Zachte Weg) wordt beleefd, niet enkel als sport, maar ook als een levenswijze. De sport is immers een “middel” en de verbetering van de persoon (en bij extensie de wereld) het ultieme doel.
Grofweg kan je stellen dat er twee uiterste soorten Judo-clubs bestaan. Enerzijds is er de “sportschool” waar de sport op zich centraal staat, anderzijds is er de “dojo”, waar de “De Weg” centraal staat. Judoclub Oni bevindt zich ergens in de grijze zone tussen de twee. Wij nemen zowel de sport als de geestelijke ontwikkeling in beschouwing en trachten er een mooi evenwicht in te vinden. We streven ernaar om onze (jeugdige) judoka's tot een hoger niveau te tillen, zowel competitief als op spiritueel vlak. De dojo staat hierbij centraal. Dat het spirituele even belangrijk is dan de sport werd pijnlijk duidelijk op de spelen van 2016 in Rio (in de "Olympische Dojo") waar een Judoka weigerde de hand te geven aan zijn tegenstander, wat in het judo onvergeeflijk is.
Wanneer je de dojo betreedt, doe je dat dan ook met een heldere en open geest, vrij van geloofsovertuigingen of vooroordelen. Wanneer je de tatami betreedt is dat om op een oprechte manier Judo te beleven en een judoka streeft er dan ook naar om naar beste kunnen de les in zich op te nemen met respect voor de sensei en zijn mede-judokas. Gezien wij het “oude Judo” promoten, gaat dit gepaard met typische rituelen en een bijzondere (Japanse) etiquette die wij kennen als “reishiki”. De gebruiken en handelingen, eigen aan deze Japanse traditie zullen de komende weken aan bod komen in deze column.
Naast deze etiquette-regels heerst er ook een algemene sfeer va respect in de dojo, niet alleen voor elkaar, maar ook voor de dojo en zijn omgeving. Daarom is het ook zo dat als je als ouder of sympathisant de oefenzaal betreedt, je respect toont voor de dojo: wees stil als het hoort (voornamelijk bij het groeten), betreed niet zomaar de tatami en respecteer de netheid van de zaal. Ook als toeschouwer draag je met andere woorden bij tot de geest van het Judo die heerst in je club.
Copyright © 2024 Judoclub Oni Puurs - Alle rechten voorbehouden