Niet alleen geeft lesgeven aan jongeren veel voldoening, het dwingt je ook om op een dieper niveau na te denken over Judo. Recentelijk hebben ook enkele (jong)volwassenen onze rangen versterkt en heb ik gemerkt dat er nog een laagje complexiteit bovenop is gekomen. Het is de interactie met deze laatste groep die me de inspiratie gaf om enkele tips te formuleren die de beginnende Judoka (maar ook de wat meer gevorderde) kunnen helpen om met gestage tred het "zachte pad" te bewandelen.
- Probeer tijdens trainingen “in the zone” te zijn: train met passie, focus, met je zintuigen en je intuïtie. Er komt een moment dat je het Judo letterlijk zal “voelen”.
- Het valbreken is de hoeksteen van het Judo. Een absoluut vertrouwen in je capaciteit om je val te breken is essentieel: Je kan je valbewegingen nooit genoeg oefenen!
- Wees niet bang om te vallen. Als je voelt dat je angstig bent als je wordt gegooid, dan moet je meer aandacht besteden aan je valbewegingen. Bestudeer daarom ook de timing van elke worp als je gegooid wordt, dit zal je val verbeteren/verzachten.
- Hoewel je met techniek héél ver kan geraken, moet je lichaam voldoende gesterkt zijn. Wees je bewust van de beperkingen van je lichaam en train ernaar. Om je krachten maximaal te benutten moet je immers beschikken over een minimum aan spierkracht. Snelheid vergt immers ook een minimum aan (explosieve) kracht. Je snelheid kan je ook verbeteren door jezelf leniger te maken (stretchen dus). Ben je van nature sterk: leer dan je kracht nuttig aan te wenden door ze gericht te gebruiken en ze te doseren.
- Probeer steeds om je worpen zo goed mogelijk uit te voeren. Als je kracht moet gebruiken, dan scheelt er wellicht iets aan je techniek. Dit geldt voor alle technieken, zowel rechtstaand als op de grond.
- Probeer je eigen stijl te vinden: ontdek welke technieken compatibel zijn met je lichaam en je manier van bewegen. Vraag advies aan je sensei of je mede-judoka’s, ze kunnen je vertellen waar je goed zit en waar je aan kan werken.
- Oefening baart kunst. In Judo moet je geduld hebben en zal je duizenden keren dezelfde techniek moeten oefenen vooraleer je het eindelijk écht goed doet. Je kunt het instappen van een worp bijvoorbeeld ook thuis oefenen zonder partner (Tandoku Renshu).
- Veelvuldig herhalen van bewegingen is cruciaal, maar even belangrijk is dat je een beweging begrijpt. Je verstand en je lichaam zijn één.
- Veel oefenen helpt, veel vechten helpt echter veel beter: enkel in een echt gevecht ga je leren wat je goed doet en wat je fout doet.
- Probeer tijdens yakusoku-geiko, maar ook bij randori zo weinig mogelijk kracht te gebruiken: probeer te winnen met je techniek en behendigheid.
- Je moet eerst leren aanvallen, de verdediging komt later. Meer nog, als je van in het begin een te sterke focus legt op verdedigen, ga je nooit een goede aanvaller worden. Verdediging groeit uit een grondige kennis aan mislukte aanvallen.
- Oefen al je worpen in beweging en probeer hierbij soepel in alle richtingen. Beweeg niet als een robot en ga niet aan je partner hangen: probeer je vrij te bewegen. Je zult uiteindelijk zelf aanvoelen wanneer je kracht moet zetten en wanneer je kracht van je partner moet ombuigen in eigen kracht: “Be like water my friend” zei Bruce Lee ooit.
- Als je eindelijk een techniek voldoende beheerst, blijf dan aandacht besteden aan de details (correcte grip, voetenpositie, de finesses van kuzushi, timing,…). Nonchalant trainen zal je groei belemmeren. Focus op één detail per keer. Aan de andere kant kan je de techniek nu ook beginnen toe te passen in alle denkbare situaties...
- Ga geen tegenstander uit de weg (of kies niet steeds dezelfde partners om mee te trainen). Elke Judoka beweegt anders, voelt anders en heeft zijn eigen voorkeurstechnieken en stijl. Ook al is niet elke Judoka even prettig, je zult er veel van opsteken.
- Analyseer niet enkel je tegenstanders/partners, reflecteer ook op jezelf. Analyseer je eigen (foute) gewoontes en probeer hier op in te spelen. Zelfkennis is het begin van… je weet wel.
- Je sempai zullen je tips geven, probeer ze uit en kijk wat werkt. Wees ervan bewust dat wat nu niet werkt, misschien later wél zijn nut zal bewijzen.
- Kijk regelmatig eens naar randoris van de volwassenen (maar ook de jongeren) en probeer te begrijpen wat er gebeurt. Je kunt ook kijken naar wedstrijden op tv als je dat wenst (maar ik word daar te zenuwachtig van)
- Wees bescheiden in het Judo: iederéén kan je iets leren over jezelf en je Judo en er zal altijd iemand zijn die beter is dan jezelf.
- In Judo kan je ALTIJD bijleren.
- Draag zorg voor je lichaam!